Overal twijfels over kabinetsaanpak financiering kinderopvang

Overal twijfels over kabinetsaanpak financiering kinderopvang

Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) zet vraagtekens bij het kabinetsvoorstel voor hervorming van het kinderopvangstelsel. Het SCP betwijfelt of door ‘bijna gratis kinderopvang’ de oplopende arbeidsmarkttekorten in ons land tegen kunnen worden gegaan. Bovendien is het plan duur. Verder ziet het planbureau een opvallende breuk met het huidige beleid, want het doel om met kinderopvang achterstanden tegen te gaan, wordt helemaal losgelaten.
Overal twijfels over kabinetsaanpak financiering kinderopvang


Het voorstel van het kabinet gaat grotendeels voorbij aan het belang van de kwaliteit van kinderopvang, schrijft het SCP. ‘In een periode als deze – waarin de kansen van veel kinderen onder druk staan door de toenemende bestaansonzekerheid en er grote personeelstekorten in de kinderopvangsector zijn – is het zorgelijk dat de aandacht voor kwaliteit en toegankelijkheid van kinderopvang lijkt te verdwijnen.’ Tot slot is het ook nog maar de vraag of de arbeidsparticipatie met de nieuwe plannen omhoog gaat. Het SCP pleit bij kabinet en Tweede Kamer om de plannen zorgvuldig te doordenken en te toetsen met de beschikbare wetenschappelijke kennis.

Op zijn website gaat kinderopvangadviseur Ed Buitenhek dieper in op de SCP-notitie. Hij ondersteunt de redenering dat het plan niet leidt tot meer arbeidsparticipatie en minder personeelstekorten. Buitenhek denkt dat het risico’s oplevert voor de kwaliteit van de kinderopvang en meer kansenongelijkheid inhoudt voor kinderen die goede opvang het hardst nodig hebben. Buitenhek noemt het kabinetsplan schadelijk, ondoelmatig en ondoordacht.

96 procent vergoeding 

‘In het kabinetsplan staat dat alle huishoudens – ongeacht het inkomen – 96 procent vergoeding ontvangen. Voor de laagste inkomens verandert de vergoeding dus niet. Maar omdat ook de inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt afgeschaft om het plan te dekken gaat die groep er per saldo op achteruit. De huishoudens met hogere inkomens betalen straks slechts 400 euro per jaar om beide kinderen een extra dag naar de dagopvang te brengen en zo de informele opvang door oma te ontlasten. Ook dan blijft er voor de hogere inkomens een substantieel kostenvoordeel over. Dit substitutie-effect bij hogere inkomens kan volgens het SCP leiden tot verdringing van de lagere inkomens die geen kostenvoordeel krijgen’, aldus Buitenhek.

In een reactie op de kabinetsplannen wil de Brancheorganisatie Kinderopvang (BK) dat het kabinet alsnog het SER-advies van 2021 volgt. Dit advies kenmerkte zich door een focus op doelmatigheid (waar is kinderopvang het meest nodig en nuttig) en uitvoerbaarheid (wat kunnen de sector en de uitvoering aan). ‘Met de plannen in het coalitieakkoord is echter nu een andere weg ingeslagen. Een gemiste kans voor het bereiken van de meest kwetsbare kinderen’, stelt de BK. BK waarschuwt de minister dat een keuze voor kwaliteit niet ook een keuze voor kwantiteit kan zijn. Kwaliteit en zorgvuldigheid dienen boven snelheid te gaan.

'Hoge inkomens profiteren'

BK-directeur Emmeline Bijlsma: ‘De hoge inkomens zullen nu enorm profiteren van de kabinetsplannen en de gezinnen met de laagste inkomens gaan er nog steeds op achteruit. De beleidsvoornemens zullen ertoe leiden dat de hoogste inkomens, vanaf 80.000 euro enkele duizenden euro’s per jaar erop vooruit gaan, sommigen zelfs meer dan 10.000 euro. De laagste inkomens zullen er nog steeds bijna 10 procent netto op achteruit gaan. Zo klapt de toegankelijkheid van de kinderopvang in elkaar.’

De maatschappelijke kinderopvang, verenigd in de BMK, is enerzijds heel blij met de heldere Kamerbrief die de toekomst van de kinderopvang duidelijk concretiseert. ‘Dit kabinet realiseert “kinderopvang zonder gedoe” voor werkende ouders met ingang van 2025. De kinderopvangtoeslag wordt afgeschaft en we gaan een eenvoudig nieuw stelsel voor kinderopvang invoeren.’

Wel mist de BMK een belangrijke doelstelling: kinderopvang als belangrijke basisvoorziening voor iéder kind, ‘die zo belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen, in een taal- en speelrijke omgeving en voor de brede talentontwikkeling en sociale vaardigheden’. Een volgende stap, in 2028, moet daarom zijn om kinderopvang voor kinderen van álle ouders, werkend of niet, toegankelijk te laten zijn. Daarom moet de arbeidseis voor ouders vervallen.

Teleurgesteld
Vakcentrale FNV is het daar helemaal mee eens, en is teleurgesteld over de kabinetsplannen, zegt Bas van Weegberg, bestuurder van de FNV. ‘Het is jammer dat in het hele rapport niks staat over kansengelijkheid, vergroten van emancipatie of de kwaliteit van de opvang. Er wordt alleen maar gesproken over de financiering en betaling van de kinderopvang. Het lijkt wel of ze zijn vergeten dat kinderopvang om kinderen gaat.’

De FNV wil dat het nieuwe stelsel toegankelijker wordt voor álle kinderen, dat zorgt voor gelijke kansen voor alle kinderen en het verkleint de tweedeling in de maatschappij. ‘Door het meer betaalbaar te maken voor lage inkomens en niet-werkende ouders, wordt het makkelijker voor ouders in de bijstand om aan het werk te gaan. En het vergroot de gendergelijkheid, juist in gezinnen waar vrouwen het grootste gedeelte van de zorg op zich nemen.’

'Niets over kwaliteit'

Tot slot staat in de plannen niets over de kwaliteit, constateert de FNV. Momenteel hebben we in Nederland nog een hoge kwaliteit kinderopvang, dankzij toegewijde pedagogisch medewerkers en goede kwaliteitseisen, benadrukt Weegberg. ‘Als we dit willen behouden is het cruciaal dat er nú geïnvesteerd wordt in hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden. Want de sector stroomt leeg, steeds meer medewerkers vertrekken naar het onderwijs waar ze meer kunnen verdienen.’