Vóórschoolse educatie grotendeels op orde

Vóórschoolse educatie grotendeels op orde

De kwaliteit van voorschoolse educatie in Nederland blijkt in 2022 voldoende tot goed, gemeten met de standaarden uit het ‘waarderingskader’ van de onderwijsinspectie. Maar er zijn ook kansen voor verbetering, zoals de samenwerking met ouders en de kwaliteit van het pedagogisch educatief handelen.
Vóórschoolse educatie grotendeels op orde

Voldoende tot goed waren in 2022 het aanbod, het pedagogisch-educatief handelen, samenwerking, kwaliteitszorg, kwaliteitscultuur en verantwoording. Pedagogisch-educatief handelen en kwaliteitscultuur werden op ongeveer 25 procent van de locaties met goed gewaardeerd. Dat betekent dat er sprake is van een positieve sfeer in de groepen en dat er duidelijke regels worden gehanteerd. Daarnaast hebben de voorscholen een professionele kwaliteitscultuur waarin er grote bereidheid is om de kwaliteit van voorschoolse educatie te verbeteren.

De voornaamste aandachtspunten zijn er rondom het aanbod, het educatieve handelen en de samenwerking met ouders en basisscholen. Een groot deel van de voorscholen kan nog verbeteren als het gaat om de interactie met en tussen de kinderen. Ook kunnen voorscholen de ouders beter betrekken bij activiteiten. Deze aandachtspunten zijn dezelfde als tijdens het inspectieonderzoek in 2019. 

In het najaar van 2022 zijn er 195 voorscholen onderzocht, op dezelfde wijze als eerder onderzoek in 2019. In het onderzoek is er gekeken naar de kwaliteit van voorschoolse educatie, de verschillen tussen voorscholen onderling, de verschillen tussen 2019 en 2022 en de samenhang tussen kwaliteit van de voorscholen en de kenmerken van de voorscholen en de omgeving. De inspectie houdt sinds 2010 signaalgestuurd toezicht op de kwaliteit van voorschoolse educatie.